Archive for the ‘Informatief’ Category

Sarah…. euh Claire is jarig!!!

dinsdag, augustus 13th, 2013

Omdat je bij een dame nooit vraagt naar de leeftijd gaan we hier vandaag ook zeker niet zeggen hoe oud Claire vandaag gaat worden! Zoiets doen we simpelweg gewoon niet! Maar mocht je deze dame –> tegen komen dan zie je het goed!! het is Claire!!!

Gefeliciteerd met je verjaardag!!

KNHS kampioenschappen afgelast door Rhino

zaterdag, maart 3rd, 2012

 Dit weekend en volgende week zouden de KNHS indoor kampioenschappen plaatsvinden in Ermelo. Door de uitbraak  van het Rhinovirus zijn de wedstrijden afgelast. De KNHS heeft geadviseerd gedurende 2 weken niet onnodig met uw paard onderweg te gaan en de wedstrijden gedurende deze periode ook geen doorgang te laten vinden.

Wat houdt het rhinovirus precies in en als paardenliefhebber wil je natuurlijk vooral weten: loopt mijn paard gevaar?
Volgens dierenarts Franklin Lashley van paardenkliniek Raaphorst in Wassenaar  is er geen reden tot paniek. ,,Rhino sluimert altijd. De ademhalingsvorm, waarbij de paarden hoesten en koorts hebben, komt het meeste voor.” Je kunt volgens Lashley maatregelen nemen door de paarden te enten. Dit kan niet tegen de gevreesde neurologische vorm. De laatste 2 gevallen die bekend zijn waren de abortus variant en de neurologische vorm.
Rhinovirus
Rhinopneumonie behoort tot de groep van de herpesvirussen. Deze virussen zijn niet alleen berucht bij dieren, maar ook bij de mens. Na besmetting met het herpes simplexvirus ontstaat de koortslip, waarschijnlijk de meeste bekende vorm bij mensen. Je lichaam maakt wel afweerstoffen, maar de weerstand is niet hoog genoeg om het virus te laten verdwijnen. De koortslip verdwijnt, maar wanneer de weerstand van het lichaam wat lager is, speelt het virus weer op en komt de koortslip terug. Doordat je lichaam het virus niet meer definitief kan verwijderen, ben je drager geworden. Je kunt hierdoor steeds weer last krijgen en je kunt anderen besmetten. Als je eenmaal een infectie met een herpesvirus hebt gehad, is de kans vrij groot dat je drager bent. Dat geldt ook voor paarden. Volgens specialisten op het gebied van rhino bij het paard, zou dat in dertig tot veertig procent van de gevallen zo zijn.
Besmettelijk

Van het rhinovirus wordt aangenomen dat er bij een afstand van enige meters al geen besmetting meer mogelijk is. Natuurlijk geldt dit niet voor spullen die je meeneemt. Als je bijvoorbeeld snot van een besmet paard op je handschoen hebt, kun je het virus overbrengen op een gezond paard wanneer je het met diezelfde handschoen aait.

Wat nou als je wedstrijd hebt, maar het virus in de buurt heerst? ,,Als er op een paar kilometer afstand van je stal een uitbraak is, is er geen directe aanleiding om niet op wedstrijd te gaan”, zegt Lashley. ,,Rhino verspreidt zich niet, zoals influenza, via de lucht.” Het belangrijkste is volgens hem dat zieke dieren goed afgezonderd worden en geen contact hebben met gezonde paarden.
Paarden en ezels zijn heel gevoelig voor het rhinovirus. Wanneer er geen antilichamen zijn, hebben ze weinig smetstof nodig om ziek te worden. Of een paard daadwerkelijk geïnfecteerd wordt, hangt af van de hoeveelheid smetstof (infectiedruk) waarmee het in aanraking komt en hoeveel antilichamen (afweer) het paard heeft. Bij een kleine afweer en grote infectiedruk wordt het paard zeer waarschijnlijk ziek.
In tegenstelling tot wat vaak gevreesd wordt, raast een infectie niet door een streek, maar door een stal. De infectie heeft een incubatietijd van vijf tot twaalf dagen. Daarna wordt een paard ziek. Hij traant uit zijn ogen, heeft neusuitvloeiing en een beetje verhoging tot hevige koorts. Soms valt het nauwelijks op. Het meest gevreesd is de neurologische vorm. Hierbij kan het paard door aantasting van het ruggenmerg verlamd raken.

Enten
Tegen het rhinopneumonievirus bestaan entingen. Het probleem is alleen dat een herpesvirus het lichaam niet erg stimuleert tot het maken van antilichamen. De weerstand na een enting is dan ook niet zo hoog en zakt naarmate de tijd verstrijkt redelijk snel. Een geënt paard dat met een flinke hoeveelheid virus wordt besmet, maakt een maand of twee na de enting toch weer de ziekte door. Daarom moet je volgens Lashley altijd álle paarden op stal enten. Als je dat minstens twee keer per jaar doet, wordt de kans op verspreiding van een infectie een stuk minder groot. Bij dragers wordt het virus dan minder snel uitgescheiden. Het eventuele kleine beetje virus dat vrijkomt, geeft – door de dieren die wél weerstand hebben – geen aanleiding om een infectie te veroorzaken.

http://youtu.be/QNHT7adOgxI

bron; horses.nl/ KNHS

Lichtrijden minder belastend voor het paard dan doorzitten

zaterdag, januari 28th, 2012

Dat het zitten op een paard de beweging beïnvloedt lijkt logisch. Een voorbeeld hiervan is natuurlijk lichtrijden en doorzitten.
 

Lichtrijden wordt beschouwd als minder belastend voor het paard en wordt daarom vaak gebruikt in de opleiding van jonge paarden en in de warming-up en cooling down in de opleiding van meer ervaren paarden. Nu is er ook onderzoek naar gedaan.
Het doel van het onderzoek, uitgevoerd aan de Michigan State University, was om de invloed op de rug van het paard te kwantificeren door het meten van de bewegingen van het lichaam van de ruiter ten opzichte van het paard. In dit onderzoek hebben 13 ruiters en twee paarden deelgenomen. Zes ruiters reden het ene paard en de andere zeven reden het andere paard. De bewegingen werden gemeten met behulp van acht infraroodcamera’s in de manege. Infrarood licht reflecterende markers werden geplaatst op ruiters en paarden en de camera’s registreerden de bewegingen van deze markers. Op de ruiters werden de markeringen op de huid op de schouder, elleboog, pols, heup en knie, hoofd en rug bevestigd.

De resultaten toonden aan dat de gemiddelde verticale kracht vergelijkbaar was met het lichaamsgewicht van de ruiters en werd niet significant beïnvloed door een rijtechniek (doorzitten en lichtrijden). Echter, tijdens de draf werden twee pieken gezien tijdens één stap. Voor de eerste piek was de waarde (ruiter in het zadel) voor het lichtrijden lager dan die voor het doorzitten. De tweede piek (ruiter stond in de beugel) was ook lager bij het lichtrijden. Dus de gemiddelde verticale kracht was hetzelfde tijdens het lichtrijden en doorzitten, maar de piek krachten waren hoger tijdens het doorzitten. De piek waarden waren duidelijk beïnvloed door het paard: de toppen van het ene paard waren hoger in vergelijking met die van het andere paard. De voor-achterwaartse krachten waren ook lager tijdens het lichtrijden in vergelijking met doorzitten.
Het lijkt dus dat lichtrijden minder zwaar is voor het paard. Hiermee moet rekening worden gehouden in de opleiding van jonge paarden. Lichtrijden kan ook worden gebruikt in de opleiding van onervaren ruiters, omdat het waarschijnlijk is dat deze rijders zijn minder in balans zijn dan getrainde ruiters. Doorzitten moet dus geleerd worden. Dit geldt zowel voor ruiter als voor het paard dat het gewicht moet leren dragen.

Bron ; NHK

Boomloze zadels beter ?

vrijdag, december 9th, 2011

 
Veel ruiters en paarden hebben problemen met hun zadel. De rug van het paard verandert ook in de training. Een groeiende groep kiest tegenwoordig voor een boomloos zadel. Is dit een oplossing?
 

Professor dr. Hilary Clayton presenteerde tijdens ISES 2011 een onderzoek naar de drukverdeling onder conventionele (boom)zadels en boomloze zadels. Zadels worden gebruikt voor de stabiliteit. De boom van het zadel moet goed passen.
De drukverdeling van een conventioneel zadel en van een boomloos zadel werd vergeleken in draf. Uit het onderzoek bleek dat het conventionele zadel een drukverdeling over een groter gebied had. Er waren hier eigenlijk geen piekbelastingen. Bij het boomloze zadel was sprake van een concentratie van piekbelasting onder de zitbeenknobbels van de ruiter. De druk komt hier dus op een kleiner oppervlak te liggen. Voor een duidelijke conclusie wat beter is, is nog meer onderzoek nodig.

Bron; NHK, Pressure distribution beneath conventional and treeless saddles. Hilary Clayton.

Acacia dodelijk

maandag, november 28th, 2011

Onlangs is een paard overleden na het eten van de acacia palen waar een “paddock paradijs” mee omheind was. Er waren 2 nieuwe palen gekocht, de rest van de weilanden en paddocks waren ook omheind met deze acaciapalen. Het paard werd voor het eerst op deze plek gestald, en snel na aankomst ziek. Men dacht dat hij koliek  had en s avonds was de toestand zo slecht dat hij naar een kliniek is gebracht en geopereerd. Hij heeft het niet gered en na autopsie bleek zijn lever aangetast. Nader onderzoek toonde aan dat het paard van de acaciapalen had gegeten en hier aan was overleden.
 150 gram blad, hout of bast is dodelijk van deze boom. Let dus goed op van welke boom de palen die u gebruikt voor omheining afkomstig zijn. Een verkeerde keus kan nare gevolgen hebben.

Symposium “OUT OF THE BOX”

zondag, november 6th, 2011


De faculteit diergeneeskunde in Utrecht organiseerde een symposium over verschillende interessante onderwerpen. De sprekers waren aan de Universiteit verbonden dierenartsen die de laatste ontwikkelingen over hun vakgebied vertelden. Het was zeer interessant.
Het eerste onderwerp was fokkerij met de oudere merrie. Niet alleen de risico’s die dit met zich meebrengt werden belicht,maar ook het percentage slagingskans met een merrie van 15+. Dat bleek niet zo hoog. De oorzaak lag voornamelijk in ontstekingsreacties van de baarmoeder, verklevingen van de eileider en cysten. Er zijn verschillende therapieën mogelijk maar het succespercentage is kleiner en de daarbij horende kosten hoger.
Pijnherkenning en pijnbestrijding bij het paard kwam hierna aan de beurt. Het bleek niet eenvoudig om pijn te herkennen bij het paard, aangezien het een vluchtdier is en het de meeste pijn dus zal proberen te maskeren. Er is nu een soort scoreschaal opgesteld waar de dierenartsen parameters kunnen invullen. Hierna is het eenvoudig optellen en dit geeft een indicatie over de pijnbeleving van het paard. Pijnbestrijding is een nieuw onderwerp binnen de paardendierenartsen en in verband met het welzijn een belangrijk ontwikkeling.

 De volgende spreker belichtte verschillende oogaandoeningen, waarbij terugkerende maanblindheid wel de bekendste is. Zelf regelmatig naar het paardenoog kijken bleek van belang, omdat niet alle afwijkingen meteen opvallende kenmerken vertonen. Beschadigingen van het netvlies en hoornvlies en een te hoge oogdruk komen regelmatig voor en de behandeling hiervan blijkt effectief.
Het hoestende paard was natuurlijk voor iedereen herkenbaar. Er zijn vele onderzoekmogelijkheden die tot een heldere diagnose kunnen leiden.  De effectitiviteit van de verschillende medicijnen werd uitgelegd en ook het belang van het management om het paard heen. Buiten deze medicatie is bijvoorbeeld inhalatietherapie ook erg doeltreffend gebleken, iets wat nog niet gangbaar is in de paardenwereld.
Knobbels en bobbels was het volgende onderwerp. De meeste sarcoïde zijn goedaardig bij paarden en zaaien niet uit. Door de veranderende rol van het paard als gezeldschapsdier is men bereid het paard veel langer in leven te houden. Hierdoor komen er ook steeds meer paarden met kwaardaardige tumoren. Melanomen komen we voornamelijk tegen bij schimmels, maar bij bruinen en vossen zijn ze meestal gevaarlijk. Verschillende vormen met verschillende behandelingen werden doorgenomen met duidelijke foto’s ter verduidelijking.

Het Metabool syndroom, oftewel EMS. De laatste tijd is er vooral veel  te lezen geweest over insuline resitentie en dit is een onderdeel van EMS. Verder spelen vetzucht en een hoger vetzuurgehalte een rol bij het paard en ontwikkelt hij hoefbevangenheid die niet door andere oorzaken te verklaren is. Het metaboolsyndroom geeft problemen in de doorbloeding van de bloedvaten in de ondervoet. De belangrijkste therapie is verantwoord afvallen om de samenhang van de symptomen te doorbreken.
Daarna Artrose wat inhoudt dat het collageenweefsel in het kraakbeen kapot gaat. Kraakbeen heeft geen bloedvoorziening, de voeding gaat via de gewrichtvloeistof. Stijfheid, overvulling van de gewrichten en kreupelheid zijn de symptomen. Het ontstaat door een ontstekingsreactie in de binnenste laag van het gewrichtskapsel en dit kan door chronische overbelasting veroorzaakt worden. Ontstekingsremmers toedienen en aangepast werk zijn bekende therapieen maar ook de hoefsmid is van wezenlijk belang voor schokdemping en balans in de hoefas. De warming-up en cooling-down in de dagelijkse training zijn essentieel om het paard klachtenvrij te houden.
Aansluitend hierop was het onderwerp revalidatie. Gemiddeld neemt revalidatie van een peesblessure 8-9 maanden in beslag. Men moet rekening houden dat bij een te snelle hervatting van het werk het risico op uitbreiding van de blessure ontstaat, maar bij een te lange revalidatie het functioneren van de pees afneemt. Maar ook bij rug- en halsproblemen is het belangrijk het paard te ondersteunen middels coördinatie oefeningen. Het revalideren houdt in dat men het herstel van het beschadigde weefsel stimuleert. De verschillende vormen van revalidatie passeerden de revu. Het was nuttig en leerzaam en we zijn weer een hoop wijzer geworden.

MENTALE TRAINING

vrijdag, november 4th, 2011

De KNHS organiseerde weer een bijscholing en nu kwamen 2 vakgebieden samen. Rico schuyers gaf een instructieavond over mentale training. Behalve instructeur is Claire ook psychiatrisch verpleegkundige en in deze opleiding heeft zij de nodige psychologische scholing gehad. Dochter Marcia studeert nu psychologie en samen gingen wij naar Ermelo.
Het was leerzaam en leuk. Rico is niet alleen mentale coach bij het olympiade team van de KNHS en verschillende individuele ruiters,  maar onder andere ook van het Nederlandse hockeyteam en de ateletiekbond. Hij begon meteen met een praktische oefening en zette de zaal aan het werk. Zinvol was te constateren dat  je niet op 2 bewegingen tegelijk kunt focussen,iets wat direct te vertalen is naar de paardensport.
Verder bleek dat gedachten je gedrag kunnen sturen, zelfs reflexen kunnen opgeroepen worden door er slechts aan te denken. Spanning, stress en angst zijn dus te beïnvloeden en het is zinvol kennis te hebben van deze vaardigheden en ze te trainen.
Er zijn 5 mentale vaardigheden; doelen stellen, ademhaling, verbeelding, concentratie en gedachtencontrole.
Er werd ingegaan op de onderlinge samenhang.

 Natuurlijk werd er specifiek over wedstrijdstress gesproken. Stress kan positief zijn als eis en capaciteit in evenwicht zijn, dan levert het zelfs energie op.
Rico legde uit hoe de prestatie- curve werkt; als de spanning toeneemt neemt de prestatie toe tot een bepaald niveau. Als de spanning dan nog meer toeneemt neemt de prestatie weer af. Zaak is om dus in het gebied te blijven waar de prestatie optimaal is en de spanning hanteerbaar.
Het was een prima inleiding waar we de komende maanden een vervolg op krijgen. We gaan naar de uitgebreidere cursus”presteren kun je leren” die verdeeld wordt over 5 avonden. Zo scholen we weer een ander aspect van ons werk als instructeur; mentale begeleiding

Herfstgras kan gevaarlijk zijn !

dinsdag, november 1st, 2011

Nu de herfst nog zulke heerlijke dagen kent blijven veel paarden nog wat langer op het land. Maar juist nu schuilen er gevaren in dit gras voor koliek gevoelige paarden en voor hoefbevangenheid.
De meeste mensen weten dat ze voorzichtig moeten zijn met de frisse, groene weide in de lente. Maar dat slappe herfstgras kan  net zoveel risico met zich mee brengen.
Weidegrassen bevatten veel oplosbare suikers en koolhydraten tijdens de groeifase. Door de zon spelen zich in het gras allerlei processen af om het gras te laten groeien. Als het koud is groeit het gras niet en worden de suikers niet opgebruikt om andere bouwstoffen te vormen. De suikers hopen zich op in de steel van het gras om later gebruikt te kunnen worden. Het gras is hierdoor goed verteerbaar en lekker zoet voor paarden.

Fructaan is een wateroplosbaar koolhydraat (een soort suiker) dat door de grasplant wordt gemaakt onder invloed van zonlicht. Het wordt gebruikt om te kunnen groeien. Wanneer de plant goed kan groeien wordt het geproduceerde fructaan direct verder verwerkt, maar als de groei stokt gaat de productie van fructaan nog een hele tijd door, zolang er tenminste zonlicht is. Zo wordt er alvast een voorraadje bouwstoffen aangelegd die de plant in staat stellen snel te groeien, zodra de omstandigheden in gunstige zin veranderen

Bij de koude ochtend temperaturen stopt de groei van gras, zodat het gevormde fructaan wordt opgehoopt. Het fructaan in gras varieert per seizoen, locatie, tijdstip etc. Ook is het ene paard gevoeliger voor fructaan dan het andere paard.
Nog niet zo lang geleden werd er gedacht dat eiwitten in het gras hoefbevangenheid konden veroorzaken. Hoefbevangenheid is een ziekte die paarden vooral in het voorjaar oplopen; een periode waarin gras net bemest is, uitbundig groeit en veel eiwitten bevat. Het lag voor de hand dat de eiwitten deze aandoening veroorzaakte,maar imiddels is gebleken dat fructaan de grote boosdoener is.

Aantasting darm-flora
Fructaan is een koolhydraat. Grote hoeveelheden koolhydraten veranderen de samenstelling van de darm-flora en kunnen gisting veroorzaken, waardoor tal van spijsverteringsproblemen ontstaan. Hierdoor kunnen koliekgevoelig paarden gaskoliek krijgen. Het is dus zaak goed op te letten bij omstandigheden zoals de laatste dagen; koude nachten en zonnige dagen.

Wanneer de groei geremd wordt doordat de omstandigheden niet optimaal zijn, hoopt het fructaan zich op in het gras. Oorzaken  die de groei remmen zijn:
Te lage temperatuur
Wanneer de temperatuur te laag is kan het gras niet groeien. Is er toch voldoende zonlicht aanwezig dan wordt er fructaan geproduceerd dat wordt opgeslagen tot de temperatuur wel hoog genoeg is. Wanneer de temperatuur dan hoog genoeg is wordt het fructaan alsnog verbruikt.
Te weinig water
Als er te weinig water is om te kunnen groeien terwijl er wel veel zonlicht is, dan wordt er fructaan geproduceerd dat wordt opgeslagen tot de groei-omstandigheden gunstiger zijn. Zodra het dan gaat regenen wordt het fructaan alsnog gebruikt voor een razendsnelle groeispurt.
Te weinig voedingsstoffen
Als de plant niet goed kan groeien omdat er te weinig voedingsstoffen in de bodem zitten, dan wordt het met het zonlicht geproduceerde fructaan niet verbruikt en blijft in de plant zitten. In de praktijk betekent dit dat onbemest gras voor paarden gevaarlijker is dan bemest gras!
Met name in het voorjaar doet zich de situatie voor dat er voldoende water is, voldoende voedingsstoffen in de bodem beschikbaar zijn, er veel zonlicht is, maar de temperatuur nog erg laag is. Door de lage temperatuur kan het gras niet groeien dus wordt het zonlicht gebruikt om de voedingsstoffen om te zetten in fructaan.
Het fructaangehalte kan echter ook in andere jaargetijden hoog oplopen, afhankelijk van een aantal factoren.
Het weertype is  erg belangrijk, waarbij factoren als temperatuur en de hoeveelheid zonlicht het verloop bepalen. Het fructaangehalte kan in vrij korte tijd drastisch veranderen: het kan in luttele uren de hoogte inschieten wanneer er veel zonlicht is maar de plant niet kan groeien, maar het kan ook vrij snel weer dalen zodra er omstandigheden optreden die verbruik van het fructaan mogelijk maken (hogere temperaturen, een regenbui).

Fructaan is oplosbaar in water, en net zoals alle opgeloste stoffen zorgt het dat het vriespunt omlaag gaat. Planten gebruiken fructaan dan ook om zichzelf tegen bevriezing te beschermen. Daarom loopt het fructaangehalte fors op zodra de temperatuur onder de 5 graden Celcius komt.

Het is ook bekend dat fructaan opgeslagen wordt in grasstoppels, dus zeer kort afgegraasde weitjes kunnen juist extra gevaarlijk zijn. Voor paarden die gevoelig zijn is het raadzaam weidegang te beperken als ’s nachts de temperatuur onder de 5°C is, gevolgd door zonnige dagen. Als het gras weer groeit boven de 15°C, worden deze suikers verbruikt en zullen dus niet ophopen. Het gevaar is dan geweken.

Samengevat:
• Als de temperatuur rond of onder het vriespunt is (geweest) blijft het risico het hele etmaal hoog.
• Bij warm zonnig weer is de beste graastijd ‘s nachts en ‘s ochtends.
• Bij warm bewolkt weer is de beste graastijd ‘s middags en ‘s avonds.

Gevaarlijk is het grazen:
• In de namiddag of vroege avond op een zonnige dag
• Op een zonnige dag waarbij de temperatuur onder de 15 graden Celcius blijft
• De hele dag na een nacht waarbij de temperatuur onder de 5 graden Celcius is gekomen
• Wanneer het gras een gebrek aan water of voedingsstoffen heeft
• Wanneer het gras kort is afgemaaid of afgegraasd

Veilig is het grazen:
• Vroeg in de ochtend als de temperatuur ‘s nachts niet onder de 5 graden Celcius is gekomen
• Tijdens een bewolkte dag wanneer het warmer is dan 15 graden Celcius

Gevoelige paarden moeten dus laat grazen ‘s avonds of heel vroeg in de ochtend voor de zon op is. Tussen de 5°C en 15°C op zonnige dagen loopt het risico gedurende de dag op. Als het overdag en ’s nachts boven de 15°C is, is er minder risico.

bron; NHK

Droes is een bacterie

vrijdag, oktober 7th, 2011

In aansluiting op ons verhaal over Rhino ook wat speciefiekere info over droes.

DROES IS EEN BACTERIE
Droes is een besmettelijke ziekte die bijna uitsluitend voorkomt bij paarden, ezels en muildieren. Droes wordt veroorzaakt door een bacterie. Er is wetenschappelijk gelukkig al redelijk veel bekend over het gedrag van deze specifieke paardenbacterie.

Hier zetten we enkele feiten op een rijtje, die meer inzicht geven in de wijzen waarop we verspreiding van droes kunnen tegengaan.
DRAGERS EN IMMUNITEIT
Paarden jonger dan vijf jaar, in het bijzonder veulens en jaarlingen, krijgen sneller droes dan oudere paarden. Soms zijn opfokstallen compleet besmet, het is dan ook maar goed dat complicaties relatief weinig voorkomen. Heeft een paard droes gehad, dan lijkt er ongeveer 75% kans te zijn dat het dier immuun is geworden. Helaas schat men ook in dat ongeveer 10% drager blijft, deze paarden kunnen bij vermindering van de weerstand weer opnieuw droes veroorzaken. Met name in de luchtzakken kan de bacterie langdurig zonder klinische symptomen aanwezig zijn. Het is belangrijk te weten dat verspreiders dus niet altijd direct herkenbaar zijn.
VASTSTELLING DROES
Een met droes besmet paard krijgt doorgaans binnen 3 tot 14 dagen heftige keelontsteking. De symptomen zijn meestal koorts, slecht eten en geel-groen neusuitvloeisel. Het paard voelt zich doorgaans erg ziek. De bacterie veroorzaakt vaak opvallende abcessen onder de kaak of boven het strottenhoofd (achter de kaaktakken). In het geval dat een nieuw besmet paard koorts heeft en nog geen zwelling, kan soms antibiotica de bacterie in dit dier nog vernietigen. Anders rest niets dan het dier zo goed mogelijk door de nare periode heen te loodsen.

Niet iedere verdikte lymfeknoop is droes en niet alle droesgevallen geven expliciet het bovenstaande ziektebeeld. Daarentegen kunnen ook andere ziekten leiden tot verdikkingen en kan koorts een veelvoud van redenen hebben. Definitieve vaststelling van droes vindt plaats via afname van swabs met besmet materiaal dat in het laboratorium onderzocht wordt. Natuurlijk geldt dat bij ieder vermoeden omtrent droes wel alvast direct maatregelen tegen verdere verspreiding genomen zullen worden.

Al hetgeen bij droes aan vocht, snot en pus vrijkomt is besmettelijk. Ook buiten het paardenlichaam kan de bacterie langere tijd in leven blijven, bijv. op jassen, op de poetsplaats enz. Droes is niet alleen voor het getroffen paarden erg naar. Om verspreiding tegen te gaan worden hygienemaatregelen geadviseerd, Alle gezonde paarden op de stal moeten extra in de gaten gehouden worden. Het temperaturen is erg belangrijk, zowel voor de groep als het individuele paard! Door vroegtijdige ontdekking van koorts het paard eerder apart te kunnen zetten (verspreiding) en dat er nog de keuze is het dier antibiotica te geven.
ZIEKTEVERLOOP
Het paard voelt zich tijdens de ziekte vervelend, maar wordt meestal weer helemaal de oude. Echter, nul tot vijf procent van de geïnfecteerde paarden overlijden uiteindelijk aan complicaties bij Droes. Bij uitzondering kan de abcesdoorbraak naar binnen slaan en leiden tot pus in bloedvaten, hetgeen tot de dood leidt. Pus in de luchtpijp leidt tot longontsteking. Tevens is zenuwaantasting mogelijk, waarop cornage (stembandverlamming) of problemen met slikken kunnen volgen. Ook kunnen lymfeknopen in de darmen ontstoken raken (verslagen droes). Als deze doorbreken komt er ontstekingsvocht in de buikholte van het paard. De Engelstalige naam voor droes is “strangles”. Vroeger was de meest voorkomende complicatie verstikking, doordat de abcessen de luchtwegen kunnen afsluiten. In geval van dreiging hiertoe, kan men tegenwoordig direct buisjes in de luchtweg plaatsen.

Bij hogere koorts kan het dier geholpen worden met pijnstillers. Het is tevens belangrijk dat het paard voldoende vocht binnen blijft krijgen, vooral bij veulens kan dit reden zijn om aanvullende maatregelen te nemen. Breken de abcessen naar buiten open, dan geneest het paard daarna meestal snel en volledig. Het liefst zien we de abcessen zo snel mogelijk rijpen en doorbreken, zodat het risico op het naar binnen slaan voorbij is.
VERSPREIDING VAN DE BACTERIE
Droes is bacterie en wordt overgebracht via slijmdeeltjes en pus van het paard. Het komt stallen binnen via dragers of bijvoorbeeld via een paard dat van een stal afkomt die blijkbaar eerder besmet was. De bacterie kan ook langere tijd zonder paardenlichaam leven. In vochtige of organische milieu’s kan de bacterie zes tot acht weken zelfstandig doorleven. Op koud hout (2 graden) zou de bacterie zelfs 63 dagen kunnen overleven en in water nog langer. Via indirect contact (waterbakken, kleding, emmers, mest, trailers, nat hekwerk enzovoorts) kan dus besmetting plaatsvinden. Preventie tegen meer droes gaat dus altijd gepaard met veel schoonmaken.

Mensen zijn gewend aan het idee dat als de ziekteverschijnselen weg zijn, het besmettingsgevaar ook vrij snel voorbij is. Maar dit is bij droes niet het geval. Een besmet paard kan 1 tot 2 maanden na herstel de bacterie blijven uitscheiden en vervolgens is de uitgescheiden bacterie dus niet direct dood. Na de ziekteverschijnselen moet het paard nog apart van de groep blijven, gemest worden met aparte mestvork, de eventuele hond en kat en bezoekers altijd uit de buurt gehouden worden enzovoorts. Laat u niet misleiden door de afwezigheid van symptonen en blijf alert op verspreidingsrisico’s.
HANTERING VERSPREIDING
Uit bovenstaande informatie valt af te leiden dat de aanwezigheid van droes niet altijd direct bekend is. Er lopen immers nogal wat dragers rond en de bacterie kan langere tijd zonder paardenlichaam. Droes zou zich dus supersnel door en tussen stallen kunnen verspreiden. Toch valt dit in praktijk erg mee. Door de vochtgevoeligheid van de bacterie, de verworven immuniteit van oudere paarden en de juiste hygiëneregels is op stallen met een gemengde leeftijdsamenstelling de kans op snelle verspreiding niet zo groot, mits bij uitbraak hygienemaatregelen direct en nauwkeurig uitgevoerd worden. De resterende besmettingskansen kunnen nog iets verder teruggedrongen worden. Situatie-afhankelijke maatregelen zijn bijv. paarden niet meer in publieke ruimten opzadelen, nieuwe paarden tijdelijk apart en jongere paarden permanent apart te zetten enz.

Het enten tegen droes kende zijn specifieke voor- en nadelen, die tegen elkaar afgewogen moeten worden.

wintervacht of zomerjas

dinsdag, augustus 30th, 2011

Het weer is al helemaal in de herfstsfeer waardoor veel wedstrijden afgelast zijn dit weekend. De dagen worden merkbaar korter en het wordt tijd rekening te gaan houden met de komende winterperiode. Als je graag je paard kort in het haar wilt houden, is het dan ook zaak nu al maatregelen te treffen.
 Een paard maakt een goede winddichte, waterafstotende  vacht aan met langere dekharen en een dichte wollige ondervacht. Dit houdt hem prima warm en droog, maar is erg warm tijdens het trainen. Een paard gaat dan erg zweten en zowel het zweten als het weer droog worden kost veel energie. Bovendien heeft een paard met een natte vacht het makkelijk koud en is vatbaar voor kouvatten.

Wil je dus fanatiek doorrijden deze winter, dan zul je moeten scheren of zorgen dat hij weinig vacht aanmaakt
Een paard reageert op lichturen en in mindere mate op temperatuur bij het aanmaken van zijn vacht. Wanneer je nu het licht in de stal ‘s avonds aandoet en hem ‘s nachts en bij slecht weer een deken op doet, kun je de aanmaak van wintervacht beïvloeden.

Leerprocessen bij paarden

donderdag, juli 14th, 2011


Om een paard te kunnen opleiden tot een fijn meewerkende partner is het belangrijk te begrijpen hoe hij leert. Het uitgangspunt hiervoor is het natuurlijke gedrag wat ieder paard vanaf zijn geboorte vertoont en dus niet is aangeleerd. Hieronder vallen vluchtgedrag, schrikreacties, dagbesteding en kuddegedrag.

Hoe leert een paard vanuit zijn natuurlijke gedrag dingen aan? Een mens is in staat via inzicht te leren, bij een paard werkt het anders. Paarden leren door gewenning, observeren, inprenten en klassieke en operante conditionering. Dit hebben we al eens aangekaart in een bericht in februari toen uit onderzoek naar voren kwam dat paarden via belonen met voer veel sneller leren, dan vanuit het vermijden van iets naars.

Bij gewenning leert een paard door herhaling dat iets niet gevaarlijk is, bijvoorbeeld het langskomen van verkeer. De eerste vluchtreacties verminderen wanneer het paard er regelmatig aan blootgesteld wordt en merkt dat er geen gevaar dreigt. De prikkel van de omgeving blijkt niet belangrijk en het paard reageert er na verloop van tijd niet op. In onze lessen komen we dit tegen bij ruiters die hun benen niet stil kunnen houden waardoor ze onbewust iedere stap drijven en het paard hieraan gewend raakt en niet meer goed aan het been reageert.
Gewenning is echter omkeerbaar; als het paard een nare ervaring met het verkeer ondervindt kan het weer angstig reageren, maar ook een paard dat niet meer op been reageert kan weer leren op kleine hulpen te reageren.
Bij observeren wordt het gedrag van andere kuddegenoten gekopieerd en op deze manier eigen gemaakt. Ieder veulen leert op deze manier van zijn moeder en van de andere paarden waar het mee in contact komt. In het werk gebruiken we een ervaren paard om een jong paard gerust te stellen in nieuwe situaties en zo te leren wat de bedoeling is. Op deze manier leert een paard nieuw gedrag aan.
Bij inprenting leert het paard alleen in de periode van zijn jeugd waarin hij gevoelig is voor dit leerproces. Dit duurt vanaf een half uur na de geboorte tot 2 dagen erna en alleen in deze periode leert het paard voor de rest van zijn leven. Wie zijn moeder is bijvoorbeeld, contact met mensen en soortgenoten. In deze periode kent een paard bijna geen angst voor het onbekende en staat maximaal open voor prikkels.

Bij klassiek conditioneren wordt  een prikkel toegevoegd aan bepaald willekeurig gedrag wat een paard uitvoert. Door de prikkel steeds te koppelen aan het gedrag gaat het paard uiteindelijk het gedrag vertonen na het toedienen van de prikkel. Bijvoorbeeld tijdens voertijd het gerammel van de voerkar , het geluid betekent eerst niks maar het paard wordt onrustig na verloop van tijd omdat hij het koppelt aan het krijgen van voer.

Bij operante conditionering leert het paard door het maken van fouten of   door successen. Het paard leert door bekrachtiging of juist door correctie. Deze vorm van leren wordt het meest gebruikt tijdens de lessen. In algemene zin bestaat bijna de hele africhting van een paard uit het leren wijken voor druk. Gedrag dat beloond wordt neemt toe en gedrag wat gecorrigeerd wordt, neemt af.
Concluderend kunnen we dus stellen dat iedere ruiter zich bewust zou moeten zijn van de prikkels die hij een paard toedient en het effect op het paard daarvan. Ruiters beïnvloeden een paard met hun gewicht, hun teugelvoering, hun zit en beenligging en het gebruik hiervan. Als een ruiter zich niet bewust is van zijn eigen invloed, treedt bij het paard gewenning op en leert het paard dus minder reactie te geven op de ruiter. En we willen allemaal een paard dat licht te rijden is, dus je verdiepen in de leerprincipes heeft zeker zin voor het paardrijden!

bron; NHK

Tips voor preventie van infectieuze ziekten

donderdag, juni 2nd, 2011

Met een droesuitbraak vlak bij in de buurt is het goed eens te kijken wat we er aan kunnen doen de infectiedruk zo laag mogelijk te houden. Veel mensen gaan wekelijks op concours, hiermee wordt de kans op infectieuze ziekten steeds groter.
Zeker de ziekten van de luchtwegen zoals griep (Influenza), rhinopneumonie en droes.
Droes is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Streptococcus equi. Paarden van elke leeftijd kunnen het krijgen.
In Amerika grijpt Rhinopneumonie nog steeds om zich heen. Negen staten zijn besmet, 11 paarden zijn overleden. (mei 2011)
Rhinopneumonie (EHV-1) heeft meerdere vormen. De neurologische vorm wordt internationaal ook wel Equine Herpesvirus Myeloencephalopathy (EHM) genoemd.

Deze ziekte is heel erg besmettelijk. De neurologische symptomen zijn onder andere: instabiliteit van de achterhand, zwakte, liggen zonder mogelijkheid om op te staan, urine laten lopen.
Uit onderstaande cijfers blijkt wat een impact één besmet paard op een evenement kan hebben.
Op een Amerikaans evenement waar één besmet dier bleek te zijn, waren 415 paarden aanwezig. Hiervan is van 58 paarden bewezen dat ze besmet zijn. 17 paarden die bij deze paarden op het bedrijf stonden zijn intussen ook bewezen besmet. Er zijn intussen al 11 paarden overleden. 244 paardenbedrijven zijn in aanraking gekomen met het virus, waarvan op 61 bedrijven EHV-1 of EHM aanwezig lijkt te zijn.

Hoe kunt u de besmetting van uw paard zoveel mogelijk voorkomen?

Het best is om uw paard niet steeds met nieuwe paarden in aanraking te laten komen
Onderweg
Er zijn meerdere manieren om de kans op ziekte tijdens transport te verminderen.
Indien mogelijk, zoveel mogelijk de eigen trailer of vrachtwagen gebruiken. Vermijdt dieren van een ander paardenbedrijf.
Zorg dat het transportmiddel schoon is en goed geventileerd. Slechte ventilatie zorgt voor een slechte omgevingslucht, die de slijmvliezen van de luchtwegen kunnen irriteren of uitdrogen. Een virus of bacterie kan dan makkelijker het lichaam binnendringen.
Probeer de reisafstand kort te houden. Uit onderzoek is gekomen dat de stress door transport negatieve invloed heeft op het immuunsysteem van het paard.
Laat het paard geen ander paard aanraken, zeker niet neus tegen neus. De meeste infectieziekten van de luchtwegen worden door neusuitvloeiing overgedragen. Deze druppels zijn niet altijd zichtbaar voor de mens. Als het paard in aanraking komt met een paard die veel virussen of bacteriën uitscheidt, omdat het ziek is, is een vaccinatie niet altijd genoeg. Als er veel ziekteverwekkers zijn kan het immuunsysteem teveel werk krijgen en het paard ziek worden. Het is niet altijd te zien of een paard ziek is.
Laat het paard niet uit algemene waterbakken drinken op concours. Neem eigen materiaal mee en tap gelijk uit de tank.
Controleer stallen op het concours of evenement dat ze schoon zijn.
Was handen na contact met vreemde paarden.
*Zorg dat je jas en schoenen verwisseld als je na een bezoek weer op je eigen stal bent

Thuis
Scheidt paarden, indien mogelijk. Bijvoorbeeld: de concours paarden staan apart van de andere paarden. En indien mogelijk, hou alle volwassen paarden weg van de opfok.
Isoleer elk paard dat enige symptoom van een infectieuze ziekte vertoont: niet eten, te rustig zijn, koorts, vermagering, hoesten op stal, neus- of ooguitvloeiing. Vraag de dierenarts om advies. Als er in de buurt een uitbraak is van een infectieuze ziekte, kan het raadzaam zijn om extra te vaccineren.
Zorg dat stress tot het minimum worden beperkt. Zorg voor goede voeding, een paard in slechte conditie heeft een minder goede afweer.


Met deze extra voorzorgsmaatregelen kan iedereen toch genieten van het wedstrijdseizoen. Maar blijf alert!
Bron: Horse.com
________________________________________

Licentie binnen

maandag, april 4th, 2011

De KNHS heeft Claire een toekenning gegeven van een Licentie Hippische Instructie voor 2 jaar. Op basis van haar diploma`s en  de punten die ze  gehaald heeft door het volgen van nascholing voldoet ze aan de eisen die gelden voor HI-4 Instructeur Dressuur.

Vanaf 1 april wordt een lijst van instructeurs met een licentie op de website van de KNHS  geplaatst onder Opleidingen > Licentiestructuur. De licentie is geldig tot en met 31 december 2012 en kan alleen verlengd worden door licentiepunten te behalen middels het volgen van nascholing. Zo blijft  niveau gegarandeerd en blijft ze zich ontwikkelen naar de nieuwste inzichten.

Bezoek aan de Faculteit

zondag, maart 27th, 2011

Ieder jaar organiseert het Trakehner Contact Nederland een leuk bezoek voorafgaand aan de jaarlijkse ledenvergadering. Dit jaar bestond dit uit een bezoek aan de faculteit in Utrecht voor diergeneeskunde. We kregen een rondleiding en 2 interessante lezingen over huidproblemen bij paarden en het West Nijl virus. De faculteit is inmiddels uitgegroeid tot een moderne paardenkliniek waar de specialisten  hun werk goed kunnen doen. Een ‘paardenziekenhuis’ dus.

 Aansluitend gezellig eten en vervolgens toch ook vergaderen. Volgend jaar bestaat het TCN 25 jaar en we gaan ons beraden op activiteiten om dit te vieren.

Licentie systeem voor instructeurs

vrijdag, maart 11th, 2011

De KNHS gaat per 1 april een licentiesysteem invoeren voor instructeurs en officials. Het doel hiervan is de kwaliteit te waarborgen en te verbeteren. Men ziet het diploma als een soort startkwalificatie om te mogen lesgeven en de ontwikkeling van het vak moet bijgehouden worden via nascholing. Via punten die men door het volgen van bijscholing  kan halen, kan men in aanmerking komen voor een licentie voor 2 jaar.

De licentie structuur bewaakt  de kwaliteit van de opgeleide instructeurs. De licentie gaat gelden voor officials zoals juryleden, dit worden de HO licenties en Instructeurs de HI licenties (Hippische Instructie). Ieder niveau of specialisatie krijgt zijn eigen licentie, zo geeft de licentie dus ook de scholing aan van de instructeur.
Door les te nemen van een instructeur met een licentie weet de klant dat de instructeur ook na zijn opleiding zich is blijven ontwikkelen. Instructeurs die in 2011 hun diploma halen krijgen automatisch hun licentie, maar voor de al wat langer opgeleide zoals Claire kijkt men of er een actieve instructeurs kwalificatie bestaat. Het bijwonen van de bijscholingen wordt essentieel.