In aansluiting op ons verhaal over Rhino ook wat speciefiekere info over droes.
DROES IS EEN BACTERIE
Droes is een besmettelijke ziekte die bijna uitsluitend voorkomt bij paarden, ezels en muildieren. Droes wordt veroorzaakt door een bacterie. Er is wetenschappelijk gelukkig al redelijk veel bekend over het gedrag van deze specifieke paardenbacterie.
Hier zetten we enkele feiten op een rijtje, die meer inzicht geven in de wijzen waarop we verspreiding van droes kunnen tegengaan.
DRAGERS EN IMMUNITEIT
Paarden jonger dan vijf jaar, in het bijzonder veulens en jaarlingen, krijgen sneller droes dan oudere paarden. Soms zijn opfokstallen compleet besmet, het is dan ook maar goed dat complicaties relatief weinig voorkomen. Heeft een paard droes gehad, dan lijkt er ongeveer 75% kans te zijn dat het dier immuun is geworden. Helaas schat men ook in dat ongeveer 10% drager blijft, deze paarden kunnen bij vermindering van de weerstand weer opnieuw droes veroorzaken. Met name in de luchtzakken kan de bacterie langdurig zonder klinische symptomen aanwezig zijn. Het is belangrijk te weten dat verspreiders dus niet altijd direct herkenbaar zijn.
VASTSTELLING DROES
Een met droes besmet paard krijgt doorgaans binnen 3 tot 14 dagen heftige keelontsteking. De symptomen zijn meestal koorts, slecht eten en geel-groen neusuitvloeisel. Het paard voelt zich doorgaans erg ziek. De bacterie veroorzaakt vaak opvallende abcessen onder de kaak of boven het strottenhoofd (achter de kaaktakken). In het geval dat een nieuw besmet paard koorts heeft en nog geen zwelling, kan soms antibiotica de bacterie in dit dier nog vernietigen. Anders rest niets dan het dier zo goed mogelijk door de nare periode heen te loodsen.
Niet iedere verdikte lymfeknoop is droes en niet alle droesgevallen geven expliciet het bovenstaande ziektebeeld. Daarentegen kunnen ook andere ziekten leiden tot verdikkingen en kan koorts een veelvoud van redenen hebben. Definitieve vaststelling van droes vindt plaats via afname van swabs met besmet materiaal dat in het laboratorium onderzocht wordt. Natuurlijk geldt dat bij ieder vermoeden omtrent droes wel alvast direct maatregelen tegen verdere verspreiding genomen zullen worden.
Al hetgeen bij droes aan vocht, snot en pus vrijkomt is besmettelijk. Ook buiten het paardenlichaam kan de bacterie langere tijd in leven blijven, bijv. op jassen, op de poetsplaats enz. Droes is niet alleen voor het getroffen paarden erg naar. Om verspreiding tegen te gaan worden hygienemaatregelen geadviseerd, Alle gezonde paarden op de stal moeten extra in de gaten gehouden worden. Het temperaturen is erg belangrijk, zowel voor de groep als het individuele paard! Door vroegtijdige ontdekking van koorts het paard eerder apart te kunnen zetten (verspreiding) en dat er nog de keuze is het dier antibiotica te geven.
ZIEKTEVERLOOP
Het paard voelt zich tijdens de ziekte vervelend, maar wordt meestal weer helemaal de oude. Echter, nul tot vijf procent van de geïnfecteerde paarden overlijden uiteindelijk aan complicaties bij Droes. Bij uitzondering kan de abcesdoorbraak naar binnen slaan en leiden tot pus in bloedvaten, hetgeen tot de dood leidt. Pus in de luchtpijp leidt tot longontsteking. Tevens is zenuwaantasting mogelijk, waarop cornage (stembandverlamming) of problemen met slikken kunnen volgen. Ook kunnen lymfeknopen in de darmen ontstoken raken (verslagen droes). Als deze doorbreken komt er ontstekingsvocht in de buikholte van het paard. De Engelstalige naam voor droes is “strangles”. Vroeger was de meest voorkomende complicatie verstikking, doordat de abcessen de luchtwegen kunnen afsluiten. In geval van dreiging hiertoe, kan men tegenwoordig direct buisjes in de luchtweg plaatsen.
Bij hogere koorts kan het dier geholpen worden met pijnstillers. Het is tevens belangrijk dat het paard voldoende vocht binnen blijft krijgen, vooral bij veulens kan dit reden zijn om aanvullende maatregelen te nemen. Breken de abcessen naar buiten open, dan geneest het paard daarna meestal snel en volledig. Het liefst zien we de abcessen zo snel mogelijk rijpen en doorbreken, zodat het risico op het naar binnen slaan voorbij is.
VERSPREIDING VAN DE BACTERIE
Droes is bacterie en wordt overgebracht via slijmdeeltjes en pus van het paard. Het komt stallen binnen via dragers of bijvoorbeeld via een paard dat van een stal afkomt die blijkbaar eerder besmet was. De bacterie kan ook langere tijd zonder paardenlichaam leven. In vochtige of organische milieu’s kan de bacterie zes tot acht weken zelfstandig doorleven. Op koud hout (2 graden) zou de bacterie zelfs 63 dagen kunnen overleven en in water nog langer. Via indirect contact (waterbakken, kleding, emmers, mest, trailers, nat hekwerk enzovoorts) kan dus besmetting plaatsvinden. Preventie tegen meer droes gaat dus altijd gepaard met veel schoonmaken.
Mensen zijn gewend aan het idee dat als de ziekteverschijnselen weg zijn, het besmettingsgevaar ook vrij snel voorbij is. Maar dit is bij droes niet het geval. Een besmet paard kan 1 tot 2 maanden na herstel de bacterie blijven uitscheiden en vervolgens is de uitgescheiden bacterie dus niet direct dood. Na de ziekteverschijnselen moet het paard nog apart van de groep blijven, gemest worden met aparte mestvork, de eventuele hond en kat en bezoekers altijd uit de buurt gehouden worden enzovoorts. Laat u niet misleiden door de afwezigheid van symptonen en blijf alert op verspreidingsrisico’s.
HANTERING VERSPREIDING
Uit bovenstaande informatie valt af te leiden dat de aanwezigheid van droes niet altijd direct bekend is. Er lopen immers nogal wat dragers rond en de bacterie kan langere tijd zonder paardenlichaam. Droes zou zich dus supersnel door en tussen stallen kunnen verspreiden. Toch valt dit in praktijk erg mee. Door de vochtgevoeligheid van de bacterie, de verworven immuniteit van oudere paarden en de juiste hygiëneregels is op stallen met een gemengde leeftijdsamenstelling de kans op snelle verspreiding niet zo groot, mits bij uitbraak hygienemaatregelen direct en nauwkeurig uitgevoerd worden. De resterende besmettingskansen kunnen nog iets verder teruggedrongen worden. Situatie-afhankelijke maatregelen zijn bijv. paarden niet meer in publieke ruimten opzadelen, nieuwe paarden tijdelijk apart en jongere paarden permanent apart te zetten enz.
Het enten tegen droes kende zijn specifieke voor- en nadelen, die tegen elkaar afgewogen moeten worden.