IJslandse Info

 

Bestuur het IJslandse Vuur

Het rijden op IJslandse Paarden vergt een andere aanpak dan de reguliere dressuur. Het belangrijkste verschil zit niet alleen in de gangen aanleg van dit ras, maar vooral ook in het andere temperament van de IJslander. Uiteraard zijn rechtrichten en dressuuroefeningen essentieel in de lessen, maar vooral het karakter van het paard is het uitgangspunt.
Er zijn in het algemeen 2 soorten reacties te herkennen als men niet meer op de goede weg zit. Er zijn paarden die zich afsluiten en mechanisch doen wat er gevraagd wordt, of ze slaan aan het rennen en worden onbestuurbaar en brutaal. Daarnaast is het laterale stukje tijdens de training soms een probleem. Als een IJslander moeilijkheden ondervindt in zijn lichaam, zoekt hij de oplossing vaak in het vasthouden van de rug en hieruit volgt een laterale gang, soms  schweinepass. Hiermee hebben reguliere instructeurs meestal onvoldoende ervaring, waardoor men vastloopt en ervoor kiest dan maar alleen buiten en rechtuit te rijden en zich aan te passen in wat het paard aanbiedt. Of men traint de gangen niet meer.
Maar ook voor een IJslander geldt dat een structurele training belangrijk is om zijn spieren te versterken en hem het werk makkelijk te laten uitvoeren. De Tölt is bij uitstek geschikt om een paard te motiveren en mits een paard de aanleg heeft, kan hij juist door rentelgang even helemaal losgewerkt worden waardoor de training daarna veel makkelijker gaat.

Aparte aanpak vraagt de galop. Bij een vierganger zien we een galop die het meeste lijkt op de drietakt van het rijpaard, maar bij de vijfganger is het tempo essentieel om te komen tot een gesprongen galop.

Ruimte en snelheid zijn nodig om de vijfganger tot goed galopperen te krijgen en pas wanneer hij  balans heeft gevonden kan hij leren in een langzamer tempo toch gesprongen te galopperen.

In de training zoeken we samen naar de juiste aanpak van het individuele paard. Is het temperamentvol en lateraal dan is de draf heel geschikt voor het loswerken en gymnastiseren. Maar bij een flegmatieker paard dat juist moeite heeft met buiging gaan we met de tölt aan de gang en werken we met gymnastierende oefeningen op een recht stuk. Paarden die moeite hebben met draven helpen we op weg in samenspraak met de hoefsmid en soms hulpmiddelen om te leren zijn rug los te laten en diagonaal balans te vinden.
Het IJslandse Paard blijkt dan een zeer gemotiveerde partner te worden die uitblinkt in temperament en volhardenheid om samen met zijn ruiter te genieten van de training.